En dit gaat erin :
- 500 gr bloem
- 250 gr boter, gesmolten
- 150 gr witte basterdsuiker of kristalsuiker
- 2 zakjes (van elk 7 gr) gedroogde gist
- 60 ml lauwe melk
- 1 ei
- vulling
- 250 ml stroop
- 200 gr bruine basterdsuiker
- 50 gr (room)boter
- 1 theelepel kaneelpoeder
- Meng in een grote kom de bloem, gesmolten boter, suiker, gist, melk en ei.
- Kneed tot een glad, soepel deeg.
- Leg het deeg neer en laat 45 minuten rijzen.
- Om de vulling te maken verhit je de stroop, bruine suiker, boter en kaneel in een steelpan op middelhoog vuur.
- Roer goed door en zet apart.
- Verwarm een wafelijzer voor.
- Kneed het deeg nog even door en verdeel het dan in balletjes ter groote van een pingpong bal (ongeveer 4 cm in doorsnee), ook afhankelijk van de grootte van je wafelijzer.
- Druk een balletje in het wafelijzer en bak de wafels tussen het ijzer, tot er geen stoom meer ontsnapt en de wafel goudbruin is.
- Haal de wafel voorzichtig met een spatel of mes uit het ijzer en snijd de wafel horizontaal open zolang het nog warm is.
- Wacht niet te lang, want dan zullen ze breken.
- Verspreid wat van het stroopmengsel op een van de helften en druk de andere helft er weer tegenaan.
- Herhaal met de andere wafels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten